top of page

Yosemite - June Lake

 

Camping: Oh Ridge aan June Lake, loop Duck, site 034

 

Reistijd:

Km:

T°:

 

Planning:

Deze dag kan nog alle kanten uit. Vroeg vertrekken en gaan wandelen in Tuolumne Meadows of laat vertrekken en rechtstreeks naar Mono Lake rijden? We rijden alleszins langs de naar het schijnt prachtige Tioga Pass. Na het bezoek aan Mono Lake rijden we door naar een prachtige kampplaats aan June Lake (denken we toch, als we de foto's zien), in the middle of nowhere. Aanvankelijk wilden we aan Mono Lake overnachten, op de bekende Mono Vista camping in Lee Vining. We hadden ook al een reservatie-aanvraag gedaan, maar niet gemerkt dat de bevestiging tussen de spam was beland. 

 

Verslag:

Toen we gisterenavond al in bed lagen, hoorden we een man wel een half uur lang “Amber!” roepen. Dat moet verschrikkelijk zijn, op deze stikdonkere camping, met een rivier én mogelijk beren in de buurt je kind niet vinden.

Het heeft ook wat geregend ’s nachts, maar de zon schijnt alweer ’s morgens. De temperaturen lopen hier op tot 86° F (= 30°C).
De kinderen proberen de gezinssamenstelling van de buren uit te puzzelen terwijl ik havermout maak en thee zet. Als ik naar de restrooms wandel, hoor ik 1 van de vrouwen roepen: “David Hooker, stop what you are doing and come over here right now!” De man zet als een brave Richard (Keeping up Appearances) zijn pan onmiddellijk neer en stapt naar de tent waar de vrouw de tentflap openhoudt en hem op beschuldigende toon op iets wijst waarop hij deemoedig antwoordt: “Oh no!” Hij mag daarna toch terug spek met eieren gaan bakken.
We vertrekken richting Tioga Pass Entrance. Voor de uitgang willen we nog een wandeling maken bij Tuolumne Meadows. Op de Tioga Road worden werken aangekondigd. Plots zien we een oudere, zongebruinde vrouw op de weg staan. Ze heeft dunne blonde vlechtjes die onder haar hoed uitpiepen. Ze houdt een stopbord omhoog. We stoppen. Ze komt naar ons toe en zegt dat we ongeveer 20 minuten zullen moeten wachten. Dan zal er een pilot car komen die voor ons uit zal rijden en ons langs de werken zal leiden. Als de auto van baanvak verandert, moeten we dat ook doen. We zijn wat verwonderd over dit systeem. Ze vraagt ons hoe we dat dan in België doen. “Met tijdelijke verkeerslichten,” antwoordt Geert. “Oh, nee, dan zou ik mijn job kwijt zijn!” zegt ze. Ze is heel trots op wat ze doet, vertelt enkele verhalen van hoe het misliep toen iemand iets fout deed bij dit soort werk. We vinden het fantastisch hoe mensen hier fier zijn om te werken, hoe eentonig of banaal hun werk soms lijkt te zijn. Vlakbij de eerste camping nog in San Francisco stond naast de weg een vrouw onder een parasol met een bord met ‘carwash’ op, aan de ingang van een carwash. We vroegen ons toen al af wie in België dit soort werk zou wíllen doen. We praten nog wat met de vrouw en nog geen 10 minuten later komt de pilot car eraan, bestuurd door alweer een vrouw die een leeftijd lijkt te hebben waarop je in België al lang op brugpensioen of pensioen bent. Het is duidelijk dat mensen hier gemiddeld langer werken dan bij ons, allicht door het andere socialezekerheidsstelsel. We rijden een heel eind achter de pilot car zonder wegenwerken te zien. Op het einde zien we enkele mannen die aan de andere kant van de weg asfalt naast de weg glad strijken met hun schop.
We stoppen aan Olmsted Point, een prachtig uitzichtpunt. We zien opnieuw de Half Dome.
Het begint te regenen. In Tuolumne Meadows loop ik het Visitor Center binnen om advies te vragen over een wandeling met dit regenweer. Lembert Dome, ons oorspronkelijke plan, lijkt me geen goed idee te zijn. De ranger bevestigt dat. Het kan er glad zijn nu en met onweer wil je daar zeker niet zijn, zegt hij. Hij raadt een andere trail aan die vooral door het bos loopt zodat we niet zoveel last van de regen zullen hebben, een korte wandeling tot aan de ‘Twin Bridges’. We rijden naar de parkeerplaats van waar de trail begint, maar er is geen plaats. Het regent nu ook zo hard met zelfs hagel en halve sneeuwvlokken dat we er ook geen zin meer in hebben. We rijden door. Geen wandeling in Tuolumne Meadows.
We passeren de Tioga Pass Entrance en verlaten zo Yosemite National Park. We rijden verder over de Tioga Pass, een bergpas met prachtige vergezichten. Het is inmiddels gestopt met regenen.
We komen aan in Lee Vining, waar ik snel wat brood en cornflakes koop, voor we naar Mono Lake rijden. Geert, Pieter, Sofie en ik wandelen naar de rand van het meer. Tom en Ellen hebben er geen zin in en blijven in de camper. We wandelen langs een dirt road tot aan de parking (met onze camper moeten we op verharde wegen blijven, dus die hebben we aan de ingang laten staan) en van daar naar de tufa’s aan de rand van het meer, kalkafzettingen die zichtbaar zijn geworden omdat de waterstand van het meer al decennia zakt. Rondom rond zien we overal bergen. Alweer adembenemend mooi. Hier zijn ineens heel wat minder toeristen dan in Yosemite. Er hangt alweer een beklijvende stilte die me nog meer doet genieten van al dit moois. We wandelen terug en rijden voort naar June Lake. Hier staan we op de camping Oh Ridge. Ik heb deze camping toevallig gevonden toen ik de camping in Yosemite boekte. Op het AA-forum of andere fora vond ik hier niets over terug. Maar de foto’s die ik ervan zag op internet waren prachtig en uit de beschrijvingen die ik op Engelstalige sites vond, maakte ik op dat dit een camping met een geweldig zicht op June Lake was. Het was alleen niet zo gemakkelijk om uit te vissen welke plekken een mooi uitzicht hebben. We staan op de Duck Loop, maar niet op een plaats met zicht. De ranger aan de ingang vertelt ons welke plaatsen de beste zijn (Bear Loop, plaatsen 6-12, Duck Loop, plaatsen 27-30 en Squirrel Loop, plaatsen 35-44). We wandelen naar het meer. De jongens zwemmen, Sofie en Ellen waden door het water. We liggen daarna wat op het strand te praten tot het tijd wordt om terug te gaan en te koken. Het was alweer een prachtige dag.

 

Foto's:

Anchor 9

Klik op een foto voor een groter beeld.

bottom of page