top of page

Capitol Reef - Monument Valley

 

Camping: Goulding's Campground, in Monument Valley 

 

Reistijd:

Km:

T°:

 

Planning:

Onderweg kunnen we het oude Fruita Schoolhouse bekijken. In Monument Valley willen we zeker de beroemde zonsondergang zien. In de namiddag zouden we eventueel een tour met een jeep kunnen doen, maar de kans is eerder klein. Het is ook een optie om wat langer in Capitol Reef te blijven, op het gemak naar Monument Valley te rijden en daar laat in de namiddag aan te komen.

 

Verslag:

Rond 8.30 uur staan we al naast de camper voor een eerste wandeling. We, dat is te zeggen, Geert, Sofie en ik. De andere 3 blijven liever liggen. We willen een kort stukje van de Cohab Canyon Trail wandelen en dan terugkeren om op tijd te kunnen vertrekken. We willen immers nog de Grand Wash Trail doen en moeten op tijd in Monument Valley zijn om de zonsondergang daar te kunnen zien. Als we boven zijn, heb ik echter veel zin om door te wandelen. Het is daar zó mooi... De wandeling loopt door een smalle canyon en komt dan uit op de UT-24, waar de parkeerplaats voor de Hickman Bridge Trail ligt. Daar komen we voorbij als we het park verlaten. Geert biedt aan om terug te keren naar de camper en met de camper op ons te wachten aan het parkeerplaatsje. Wij kunnen de wandeling dan afmaken. We stappen stevig door zodat Geert, Tom, Ellen en Pieter niet te lang moeten wachten. De canyon is prachtig. Veel groen. Een heel natuurlijk zandpadje. Een beetje te natuurlijk, blijkt later. We lopen verloren. We zien het pad niet meer en klimmen over rotsen en takken en bereiken de UT-24 op een andere plek dan waar we zouden moeten zijn. Net op dat moment komt Geert daar aanrijden. We zwaaien en roepen naar hem en dalen verder langs onze niet-conventionele weg tot we op de weg staan. Fijne wandeling!
We rijden voort tot aan het startpunt van de Grand Wash Trail. Het is een wandeling in een kloof tussen rotswanden. Ik dacht dat de kloof nauwer was en vind de tocht wat saai, maar Geert en Tom vinden het wel de moeite. Zij hebben natuurljk de canyon van de Cohab Canyon Trail niet gezien. Na een tijd keren we terug naar de camper, waar Ellen op ons wacht.
We rijden voort. De weg is in het begin wat saai, maar halverweg de 95 rijden we tussen prachtige rode rotswanden, daarna door de Glen Canyon National Recreation Area. De prachtige uitzichten wisselen elkaar af. We rijden over de Colorado River. Ik heb al heel wat foto’s en filmpjes van het zuidwesten gezien, maar niets kan tippen aan de driedimensionele werkelijkheid. De natuur is hier groots, weids; in de verste verte zie je niets anders dan ruige pure natuur, geen dorpjes, geen elektriciteitsleidingen, geen bruggen, geen huizen, niets. Alleen rotsen in allerlei kleuren en variaties, met strepen, in lagen, afbrokkelend, afgeplat bovenaan, met punten, vlak, onregelmatig. En daartussen struikjes, groen of groengrijs, in plukjes in het landschap geplant, daartussen rood of geel zand. Dat alles zo ver je kan kijken. Soms komen de rotsen bijna tot aan de weg, soms zijn ze ver weg en rijden we door een vlakte. Soms is de lucht strakblauw, soms lichtblauw met witte wolkjes. De rotsen nemen allerlei vormen aan en krijgen soms een naam, zoals Jacob’s Chair. Soms zijn de rotsen begroeid met groene struikjes en lijken het eerder rode bergen dan rode rotsen, die boven de vlakte uitsteken, alsof ze op die plek uit de aardkorst naar boven zijn geduwd.
Er zijn nauwelijks tegenliggers en al helemaal geen campers. Waar zijn de toeristen gebleven?
Stilaan zien we minder rotsen en meer begroeide afgevlakte bergen.
Kort voor Blanding komen we weer in de bewoonde wereld. Hier en daar zien we een huis, een ranch. Het landschap wordt wat minder adembenemend.
Vlak voor Bluff zien we toch weer rode rotsen en wordt het landschap toch weer indrukwekkend. We naderen Milemarker 13, het punt van waaruit je midden op de weg het legendarische zicht op de rotsen van Monument Valley kan fotograferen, wat we ook doen.
Wat verder komen we voor het eerst de typische gele schoolbus tegen. Ze stopt, klapt het stopteken uit, er beginnen rode lichten op de bus te knipperen. Iedereen moet dan stoppen, of je nu achter de schoolbus rijdt of in de andere richting komt aanrijden. Een heel veilig systeem, vinden we.
We bereiken onze camping. Voor het eerst duurt het inchecken lang. Er staat een rij en het gaat niet vooruit. De vrouw tuurt meer op haar computerscherm dan wat anders. Uiteindelijk is het toch aan ons en krijgen we ons plaatsje toegewezen. De camping is niet erg aangenaam. Plaatsen erg dicht op elkaar. Twee campers achter elkaar in elk laantje. Ook vrij lawaaierig. We vertrekken er snel terug omdat we een tour bij zonsondergang willen maken. We rijden naar Monument Valley enkele kilometers verder. Hier kunnen we niet binnen met onze Annual Pass, het is immers geen National Park, maar een park van de Navajo-indianen, dus we moeten voor dit park apart entreegeld betalen. Cash.
We mogen met onze camper niet verder dan de parking. Het park zelf kunnen we alleen met een tourorganisatie bezoeken. Op de parking staat een houten hokje, waarin een indiaan zit bij wie we informatie over de tours kunnen inwinnen. Hij heeft een kaft voor zich liggen, maar we kijken niet echt. We boeken een tour bij Daniel’s Tours, omdat we daar al positieve dingen over hadden gelezen op het AA-forum. Daniel zelf is er niet, hij is naar een soort ceremonie, wat dat dan ook mag betekenen. We klimmen achter in de open jeep (eigenlijk zijn het van die  half-open trucks, waarop achteraan banken met een afdakje zijn geïnstalleerd) van een jonge indiaan, te dik, te lange jeans en slobberig t-shirt, stekelig, weerbarstig zwart haar. Hij is heel vriendelijk en bereid om van alles te vertellen en te antwoorden op al onze vragen. De tour is belachelijk duur, maar wel de moeite. De jonge indiaan stopt regelmatig, toont ons de rotsen, vertelt welke naam ze hebben gekregen en waarom. Hij vertelt over de dieren in het park, de planten. Hij leidt ons door een stuk waar alleen de touroperators mogen rijden, privé-voertuigen mogen er niet komen. We zien héél mooie plekjes.
De lucht betrekt en in de verte rommelt het. We zien 2x de bliksem inslaan in de verte, maar onze gids blijft er rustig bij. Hij weet waar het onweer zit en hoe ver het van ons af is. Niets om ongerust over te zijn. Als we terugkeren, rijden we vlakbij de parking toch door plassen. Blijkbaar heeft het hier dan toch geregend tijdens onze tocht.
We maken nog wat foto’s vanaf de parking en keren terug naar de camping. Daar moet Geert om in ons plekje te geraken even achteruit rijden. Dat mag van Roadbear alleen als er iemand achter de camper gaat staan om aanwijzingen te geven en dat is mijn rol. Ik stap uit en begin te zeggen hoe ver Geert achteruit kan en wanneer hij moet draaien enz. Plots komt er een Nederlandse man van de naburige kampplaats op me af. “Hij ziet en hoort je zo niet, hoor,” zegt hij bezorgd. “Eh, jawel,” antwoord ik langzaam, “door de camera en met de microfoon daar.” Ik wijs naar boven. Hij volgt mijn blik, mompelt: “o, modern spul”. We hebben hier full hook-ups, wel eens leuk na de gewone plaatsen in de nationale parken. De kinderen lijken vergeten te zijn dat je dan ook televisie kan kijken, en ik herinner hen er niet aan. Via de gratis Wi-Fi contact onderhouden met het thuisfront lijkt voor hen trouwens te volstaan. 

 

Foto's:

Anchor 17

Klik op een foto voor een groter beeld.

bottom of page